Genezing...en Bekering?
Eerst kwam er een priester naar me toe die het tijdschrift 'Revue Notre Dame' redigeerde. Hij vroeg me toestemming om een foto van me te maken bij een artikel met de titel: 'Hoe kan men met zijn ziekte leven ?'
Hij had net afscheid genomen toen er vijf leken van een gebedsgroep van de Charismatische Vernieuwing binnenkwamen. In de Dominicaanse Republiek had ik me altijd heel spottend uitgelaten over die Vernieuwing en ik had beweerd, dat Latijns-Amerika geen behoefte had aan de gaven van de tongentaal, maar wel aan lotsverbetering van de bevolking; en nu kwamen zij op een onbaatzuchtige manier voor me bidden. Ze kwamen bidden voor twee heel verschillende dingen: dat ik de ziekte zou kunnen aanvaarden en dat ik weer gezond zou worden.
Het leek me niet erg stichtend om als priester-missionaris hun gebed van de hand te wijzen, maar ik accepteerde het beslist méér uit beleefdheid dan uit overtuiging! Ik kon niet geloven dat een eenvoudig gebed iemand de gezondheid kon teruggeven, maar zij zeiden vol overtuiging: "We gaan doen wat het evangelie zegt: 'Zij zullen zieken de handen opleggen en deze zullen gezond worden.' Zo gaan wij bidden en de Heer zal u genezen!" Terstond kwamen ze dicht bij de stoel staan waarop ik zat en legden mij de handen op. Ik had nog nooit zoiets gezien en het stond mij niet aan. Ik voelde me belachelijk onder hun handen en ik ergerde me, want de mensen die in de gang voorbij kwamen zagen ons door de geopende deur. Toen onderbrak ik hun gebed om hun een voorstel te doen.
- "Als jullie het goed vinden, zullen we de deur dicht doen?"
- "Ja, Pater, natuurlijk", antwoordden ze.
Ze sloten de deur, maar.... Jezus was al binnengekomen! Onder het bidden voelde ik een hevige warmte in mijn longen. Ik dacht dat het een nieuwe aanval van tuberculose was en dat ik ging sterven. Maar het was de warmte van Jezus’ liefde, die bezig was om niet alleen mijn longen, maar ook mijn priesterschap, ja mijn hele wezen een nieuw leven te geven.
Drie of vier dagen later voelde ik me uitstekend. Ik had goede eetlust, sliep goed en had helemaal geen pijn meer. De doktoren begonnen onmiddellijk met de behandeling, maar geen enkel medicijn bestreed de ziekte die ze eerder ontdekt hadden. Toen gaven ze mij speciale injecties die bestemd waren voor mensen die geen normaal organisme hebben, maar ik reageerde er absoluut niet op. Ik voelde me goed en wilde naar huis, maar ik moest in het ziekenhuis blijven om de doktoren gelegenheid te geven overal naar de tuberculose te speuren, die blijkbaar aan hun aandacht ontsnapt was en die ze niet konden vinden.
Aan het eind van de maand, na talloze onderzoeken, zei de geneesheer-directeur: "Pater, gaat u maar naar huis. U bent volkomen genezen, maar het is in strijd met al onze medische theorieën. We weten niet wat er gebeurd is." En schouderophalend voegde hij eraan toe:
- "Pater, u bent een uniek geval in dit ziekenhuis."
- "In mijn congregatie ook", antwoordde ik.
Ik verliet het ziekenhuis zonder voorschriften, medicijnen of injecties, maar ik woog nog maar 50 kilo toen ik thuis kwam. Het ziekenhuis dat me van tuberculose zou genezen, had me bijna laten sterven van honger!