A-34-23/11/2014  Christus Koning

 

 “ Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle

engelen, dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie.”

( Mt.25:31 )

 

Ja, het is de laatste zondag door het jaar....waarin we alle grote geheimen van Gods geschiedenis met de mensen afsluiten.

Welkom op deze dag, de tijd gaat snel, en we worden vandaag geboeid met het verhaal van Jezus over zijn terugkomst op onze aarde.

Volgende week beginnen we met ons langzaam voor te bereiden op Kerstmis, de komst van God in het kleine kind Jezus, de Redder.

Vandaag willen we samen overzien, hoe en wat we Jezus’  Koninkrijk ervaren.Laten we erin binnengaan wetend dat het Koninkrijk van Jezus heel anders is dan koning, zoals we die op aarde kennen. Uw Koninkrijk kome ! 

“ Dan zal God zijn: alles in allen.” 

 ( 1 Kor.15:28 )

 

Een paar jaar  geleden hoorde ik van een jongetje van een jaar of tien, die vertelde op school vreselijk gepest te zijn. Hij had zich voor een spreekbeurt aangemeld, en wel om over Jezus te vertellen. 

De leerkracht had er om gegrinnikt,  en twee derde van de klas was een soort pestactie begonnen. En dat op een katholieke school, door kinderen bijna allemaal gedoopt tot het leven met die Jezus.
Daarom heeft het zin om Jezus te vieren, misschien eerst en vooral hier onder elkaar met gelovenden, Hij is de Koning en zelfs van het Heelal!

Maar wij met ons geloof, zouden wij een spreekbeurt willen houden over Hem....en je geloof toch in Hem, en we roepen zijn Naam aan: Heer, kijk toch, ontferm U over ons!

Het lied dat we straks aan het eind van de viering zingen: aan u o Koning der eeuwen, komt  nota bene uit de gedachten en gevoelens van een politicus, die weliswaar ook priester was, dr., Schaepman, maar toen werd het ietwat bombastisch geschreven, en jaren lang veel gezongen, omdat men trots was op het geloof, de band met Jezus.

Het was een lied van versterking en verbondenheid met elkaar ook, en in de oorlogsjaren hadden we tenminste die Koning nog, en daar durfden zelfs de Nazi's niet al te duidelijk aan komen.

Nog een voorbeeld, als je in een warenhuis naar een beeld zoekt vind je wel een Boeda, en vraag je naar een kerstkaart, hier de boekhandel heeft geen plaatje, ook niet met een kleine Jezus erop

Wat is er met ons gebeurd ? Is Jezus wel de Koning van ons leven? En dan bedoel ik niet, zoals men koningshuizen aanbiedt op het program Blauw Bloed met  allerlei glans en uiterlijkheden, maar waarom is Jezus niet meer hét VOORBEELD, het belangrijkste in ons leven? Dat geldt dus zeker voor de maatschappij, maar we hebben er een toch ook een tikje van mee?

Je zou als schrale troost kunnen zeggen, dat je zijn naam hoort noemen in allerlei interviews, maar dan toch meer als stopwoord: Jezus.

We hebben weer geluisterd naar het evangelie vandaag. Indrukwekkend zoals Jezus ons tot nadenken dwingt, al vragend: ik was hongerig, dorstig en wat heb je gedaan?

Het wordt dan altijd stil, alsof het laatste oordeel al voorvoeld wordt.

En DIE WOORDEN van JEZUS, daar wordt iedereen toch even stil van, bij al die berichten over honger  onder mensen.....Maar dan staat men stil bij het goeie doel, en die woorden van Jezus worden alleen, misschien wel sociaal vertaald, maar ze zien Hem niet ACHTER wat zijn woorden ons aansporen het te doen!

Iedereen wil toch wel wat voor een hongerige doen? En een greep naar de portemonee, och de mensen bedoelen het goed.

Maar die Jezus heeft tegen ons gezegd: “zonder Mij kun je niets”. Het is de hele geschiedenis door gebleken, dat ook mensen die zich Christen noemen, het eigenlijk niet kunnen.

In deze tijd praten mensen elkaar na over bijvoorbeeld moeder Teresa. pater Pio, en men roemt wat ze hebben gedaan. maar wat ze deden waar ze goed in waren ze deden het vanuit Jezus .

Dat hebben ze genoeg verteld, in vele stillen uren, vaak in de nacht baden ze, waren ze met Hem verbonden om zich te laten sterken.

Er is iets aan de hand: kijk als we in een relatie met , of nauwelijks met elkaar praten, dan leeft er niet veel aan liefde meer. Als we Jezus naam nooit noemen, nooit aanroepen, en er zijn nu hele generaties opgegroeid, met alleen een soort theoretisch geloof, dan is het evangelie wellicht een dreigend plaatje, met die Koning, die verschijnt op de wolken. Maar koppelen we dan terug naar de grote heiligen die ik noemde uit onze tijd, dan weten, dan zien we , hoe Hij bron van liefde is, van  enthousiasme, van levensvreugde van zichzelf vergetende liefde.

Er is maar een antwoord voor ieder van ons, en misschien kan het beginnen in de stilte van jezelf. Het is een schande als een school duldt ( het was niet hier ter plaatse ), dat een kind gepest wordt, het is een schande als onder gelovigen de bron van geloof en liefde verloochend wordt. Maar dat roepen levert niets op, als we niet van binnen beginnen te zeggen: U, Jezus bent de Heer van mijn leven. Ik kies opnieuw voor U, en U zult het ons dan duidelijk maken, hoe het in elkaar steekt. En straks zullen we zingen; aan U, o, Koning der eeuwen.

Wat zware woorden, eind 19e eeuw, in een tijd dat katholieken naar buiten durfden komen met hun geloof, maar tegelijk woorden van verlangen nu, dat we ons bekeren tot Hem die alles voor ons wil zijn, die we altijd kunnen roepen, wier gekruiste uitgestrekte armen ieder en allen  wil omvatten. Mogen die woorden ons helpen, hier en nu Hem binnen te laten en van Hem aan anderen te vertellen.