Zoeken naar woorden...

Therese spreekt over het gebed.
Zoeken naar woorden…
 
 
 
Ik denk dat het geloofsleven, het omgaan met God, te vergelijken is met relaties zoals die tussen man en vrouw kunnen groeien. Er zijn momenten en lange tijden, dat het allemaal romantisch gaat. Er is dan veel gevoel, begrip, attentie en denken aan de ander... Maar er zijn ook tijden dat je zo zeer met jezelf bezig bent, dat je niet meer aan de ander denkt. Dan zijn er momenten dat je aan uitgaan denkt of aan plezier op zich. Ook kan het zo zijn dat er zich op het oog geen problemen voordoen, maar dat de liefde tussen de twee geliefden toch dor en droog is; alsof we de ander vergeten zijn.
 
Bij het bidden, in ons omgaan met de lieve Heer, komen we dit ook heel duidelijk tegen. Soms lijkt het alsof we er alleen voor staan. Dan zijn we geneigd om te denken: 'Ik stop ermee, ik hoor en voel toch niets terug.'
Maar op zulke momenten moet je eens kijken wat Therese daarover schrijft... Wie weet geeft zij ons  wat uitzicht.
 
Ze begint met een misverstand weg te nemen:  “Dat ik de gebeden die we in de kleine kapelletjes opzeggen of gezamenlijk bidden in het koor, zonder devotie reciteer. Integendeel, ik houd van het gemeenschappelijk gebed, want Jezus heeft beloofd midden onder hen aanwezig te zijn die zich in zijn naam verenigen. Ik voel dan aan dat de vurigheid van mijn zusters de mijne aanvult.”
 
 
---- Ik onderbreek haar tekst hier even om voor degenen die denken dat ‘mondgebeden’ (zoals we het ook wel noemen) van geen of mindere waarde zouden zijn. Ieder heeft zo dagen dat je niet gezegd kan krijgen wat je zou willen ‘uitbidden’, maar niet in jezelf opkomt. Dan hebben we allicht wat aan een Onzevader of Weesgegroet. Ik denk ook dat we op zulke momenten niet alle woorden per se moet uitspreken; God zal onze woorden zelf aanvullen.---
 
 
Theresia gaat verder over het mondgebed:
“Maar als ik alleen ben ( ik schaam me dit toe te moeten geven ) kost het bidden van de rozenkrans me meer moeite dan een boete te doen. Ik weet dat ik de rozenkrans slecht bid. En dan kan ik me nog zo inspannen om de geheimen van het geloof te overdenken, toch dwalen mijn gedachten af. Ik ben heel lang verdrietig geweest over dit tekort aan devotie. En het verbaasde me zo, want ik houd zoveel  van de heilige Maagd, dat het eigenlijk heel makkelijk voor me zou moeten zijn tot haar eer de gebeden te doen die haar aangenaam zijn. Maar nu ben ik daar minder verdrietig om. dan denk ik eraan dat de Koningin van de Hemel, die mijn Moeder is, wel ziet dat ik van goede wil ben en dat dat haar genoeg is.
 
Als mijn geest soms een zo grote dorheid doormaakt dat er geen enkel gedachte in me opkomt die me met de goede God verenigen kan, dan bid ik heel langzaam een onzevader en een weesgegroet. dan vind ik die gebeden weer prachtig; het voedt mijn ziel zoveel meer dan wanneer ik er honderd haastig bid.De heilige Maagd laat me zien dat ze niet boos is op mij. / Ze zal mij altijd als ik haar aanroep beschermen. Als ik onrustig word of me beklemd voel, dan wend ik me snel tot haar. En als de tederste van alle moeders , komt ze altijd voor mijn belangen op.”
 
Dit zijn woorden die ons denk ik kunnen bemoedigen. Komt het wat dichterbij, als je dit leest?
Het beste is: stukje bij stukje... Ga eens in gedachte terug naar de meest "nabije" mens in je leven. Hoe gaat dat in die relatie op momenten dat je geen woorden voor elkaar hebt? En, ga dan weer terug naar de lieve Heer: God die vanuit Zichzelf jou het meest liefheeft. Dat is precies wat Thérèse heeft ontdekt. Van heel dichtbij heeft zij dat mogen beleven en ook opgeschreven voor anderen. En hier kunnen deze woorden van haar ons nieuw vuur brengen.
 

moeilijk te geloven