Ook toeristen

Het jaar 1981,.... in die tijd lag er midden in Paray-le-Monial, vlakbij de veel toeristen trekkende  basiliek, een camping. Voor de mensen werkelijk overal dichtbij, tenminste voor wie graag in de drukte van het centrum wilde verblijven.
 
Op een van de dagen in juli dat er behalve toeristen, ook enkele duizenden personen aanwezig waren voor vijf bezinningsdagen, zat ik in die kerk in een van de kapelletjes achter het hoogaltaar, om daar beschikbaar te zijn als priester voor wie  een gesprek zou willen.
Het was er in de middag nogal stil, en zolang er niemand bij je kwam zitten kreeg je ook zelf ruim de tijd om in gebed te blijven.
Dat, alleen al, was goed, om je telkens te realiseren, wat je hier voor mensen zou willen of kunnen doen, wel
van de Heer moet krijgen, om naar hen te  kunnen luisteren en die mensen te geven, wat Hij wil. 
Mysterie, ik heb daar bij de vele contacten me in ieder geval niets ingebeeld, iets zelf zo maar even te kunnen doen.
 
Kennismaking met een Duitser
 
Zo wat nadenkend en biddend tegelijk, ik zat blijkbaar nogal in elkaar gedoken, zag ik ineens naast me op de stoel twee blote, stevige knieën. Ik keek op, een stevig gebouwde man, kennelijk op vakantie, grote camera op de buik, die me aansprak: ”was machen doch die viele Leute hier eigentlich? - ik vertaal nu maar meteen - Wat doen al die mensen toch hier? Ik keek vanuit onze tent al een paar dagen naar dit grootse gebouw. Ik moest er toch eens naar binnen. Ik dacht er veel toeristen tegen te komen, zoals wij, maar kennelijk zijn er vooral ‘stille mensen’.....
 
En nu zit ik hier...., al kwam ik alleen het gebouw bekijken? Maar neemt u me niet kwalijk, het komt u misschien vreemd over, ik weet eigenlijk niet wat ik hier kom doen!
Er viel een stilte. Ik was perplex.... Hij zal dat op het eerste moment niet gemerkt hebben dat ik er zélf mee verlegen was. 
Natuurlijk kwamen er vragen als ‘wat moet ik nu zeggen?’ .... Dan pas ging het door me heen: hier leer ik echt weer te ‘drijven’ op Gods Geest ...’ Heer, stuur me nu, en zegen deze man.’
‘Hoe gaat het?  Bent u zelf ook gelovig, en misschien zelfs  katholiek?’.....
‘Ja, mijnheer, van lang geleden. Ik ben nooit een diepgaander geweest. Eenmaal van huis weg voor de studie was alles wel gauw verbleekt...., maar ik heb alles als kind meegemaakt, zelfs biechten nog, en de eerste Communie.... mijn ouders snapt u?’
 
Hij ketste de vraag naar mij terug: Wat moet ik hier nu toch doen? .... Ja, en toen heb ik maar voorgesteld, om eerst maar samen te bidden. ’We zitten hier toch omwille van Jezus?’
Gelukkig kende ik nog van lang geleden het Duitse Onze Vader en Weesgegroet..... 
En ja, het ging, ... en toen kwamen er ook andere woorden die ik over hem sprak, dat Jezus ons nieuw wil maken. ‘Hij wil uw vreugde om uw vakantie hier nog groter te maken, en verdiepen.... En ja alles van uw leven’! 
Blijkbaar nam de heilige Geest het in hem nu over, en hij begon met zijn verhaal. 
(Ook hier mag ik van hem, zij het alleen duidend over spreken). Herinneringen aan zijn kinderjaren komen op en maken hem zelfs  emotioneel.
‘Ik heb jaren niet gejankt..... Wat stelt m’n leven voor?... Het gaat me voor de wind. En ik heb een goede vrouw, maar die gaat ook in het leven op, zoals dat nu eenmaal normaal lijkt te zijn. 
Ik heb aan haar en de kinderen veel uit te leggen..... en, denk ik, zij aan mij.’
 
IEMAND
 
We hadden een goed gesprek, soms hortend en stotend, soms van hak op de tak, en toch was er een Iemand, die hem wilde hebben, zoals je dat in het evangelie kunt lezen: 
Jezus ziet ook in het evangelie de ‘materialistische’ Levi, die wij Mattheus noemen, en Hij zegt :‘Kom en volg mij!’
 
Ja hier mag ik weer meemaken, hoe iemand God ontmoet, en dat Hij hem op een nieuwe weg zet, wat helemaal bij hem past. En die God heeft geduld, zoals een ouder dat heeft met de eerste looppoging van zijn kind, terwijl hij of zij weet dat hij dadelijk nog weer eens zal struikelen of vallen.....
 
Ik ben hem, en ook zijn vrouw een dag of wat later nog eens tegen gekomen. ‘We hebben de vakantie van ons leven’.
Naderhand heb ik hen niet meer ontmoet. Maar ik vertrouw en bid dat het goed met hen gaat.
En ik voel me aangetrokken om ‘nieuw’ voor alle anderen te vragen, af te smeken. Ja, we lezen niet voor niets hoe Jezus tijdens zijn verblijf hier op aarde wonderen deed om mensen gelukkig te maken. We hebben die wonderen nu bijzonder nodig, waar veel mensen niet meer weten waar ‘het’ geluk te vinden is. Ik durf iedereen in deze tijd, die gelooft, te vragen om te bidden voor veel mensen om ‘tekenen’, noem het wonderen.
“Heer help ons, het zit zo vast!”
 
 
 
 


 
 
 
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb