Hij is in je naam  .... wil je meezoeken, beste Jan ?

 
Eigenlijk weet ik niet eens of je een Bijbel hebt. Misschien vind je het saai of te moeilijk? Dat kan. Helemaal als je tot nu toe alleen nog maar over de Bijbel hebt horen praten. Samen met jou wil ik nu een paar bladzijden openen.
 
We bladeren naar een verhaal uit het Oude Testament. Naar een verhaal dus dat werd opgetekend vele jaren voordat Jezus geboren werd. Laten we samen eens zien wat deze woorden ons kunnen zeggen. Onthoud goed: God is geduldig. Ook in deze tijd, waarin veel mensen het boek over de kerk hebben dichtgedaan. God heeft geduld, en Hij maakt zich ook nu bekend.
 
Het gaat over Samuël. Een jongen die een ‘opleiding’ krijgt om in de toekomst een geestelijk leider van het joodse volk te worden. Hij wordt dus opgeleid voor de geestelijke dienst; je zou nu zeggen: tot toekomstig priester. Samuël is een bijzondere jongen, omdat zijn moeder hem kreeg terwijl ze steeds meer was gaan twijfelen of ze nog wel een kind zou kunnen krijgen. Toen ze God in de tempel, bij de jaarlijkse tocht met haar familie naar Silo, om een zoon had gebeden, raakte ze in verwachting. Uit dankbaarheid bracht ze haar zoon Samuël als kleine jongen naar de hogepriester, om hem aan God toe te wijden. Ze bracht hem dus naar de tempel toe, om daar voor God te leven. Ze geloof zeker dat, wat God ook met hem van plan zou zijn, Hij hem zou helpen.
 
Uit Bijbel:
 
De jonge Samuël hielp bij de eredienst onder toezicht van (de hogepriester) Eli. In die tijd liet de God zich zelden horen en kwamen visioenen niet vaak voor. Eens lag Eli in zijn kamer te rusten. Zijn ogen waren zo slecht geworden, dat hij niets meer kon zien. Samuël lag in het Heigdom God, de Heer, waar de verbondskist (de Ark met de stenen tafels) van God stond.
 
Tegen de morgen, toen de lamp die voor God brandde nog niet was gedoofd, riep God Samuël. “Ja” antwoordde Samuël en hij liep snel naar Eli. “Ja, hier ben ik, u heeft mij toch geroepen?” “Nee, ik heb je niet geroepen” antwoordde Eli,”ga maar weer liggen”. En Samuël ging weer liggen. En God, de Heer, riep Samuël opnieuw. En Samuël stond op en ging naar Eli. "Ja, hier ben ik. U heeft mij toch geroepen?” “Nee, ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer liggen”.
 
Nu had Samuël de Heer nog niet leren kennen, want God had zich nooit eerder aan hem bekend gemaakt door het Woord tot hem te richten. Weer riep de Heer Samuël, nu voor de derde keer. Hij stond op en ging naar Eli. "Ja, hier ben ik. U heeft mij toch geroepen?"
 
Nu drong het tot Eli door dat het God, de Heer, was, die de jongen riep. Daarom zei hij: "Ga maar weer liggen en als je weer geroepen wordt, zeg dan: "Spreek Heer, uw dienaar luistert." Samuël ging weer op zijn plaats liggen. Toen ging de Heer daar staan en riep evenals de vorige keren: "Samuël, Samuël!" En Samuël antwoordde: "Spreek Heer, uw dienaar luistert."
 
 
Een naam om uit te spreken!
Een tekst om even bij stil te staan. Velen hebben in deze tijd geen geloof. Ze kennen de Heer niet. En de tekst waarme het verhaal begint, is dan ook veelzeggend voor ons: "In die tijd liet de Heer zich zelden horen en kwamen visioenen zelden voor."
 
En wat óók aanspreekt in dit verhaal, wat me ook de moeite waard lijkt om nog eens te horen is de naam: "Samuel". We horen het: God kent onze naam en Hij roept ons ook bij onze naam. Hij spreekt ons aan: heel persoonlijk, zoals we zijn, op deze plaats en aarde. Hij wil zich laten zien als Iemand die je kent en je liefheeft. Bij je naam roepen, omdat het ook om jou gaat.
 
Ja, Jan, dit geef ik je erbij. Ik hoop dat je ook Jan hoort noemen, en zeg jij dan ook maar: "Spreek Heer, ik luister..." En hij gaat vragen vooral die dingen die je bent, goede dingen. Kijk maar!
 
Mijn groeten,
Je pastoor.
 

 

 

 

 

 

 

 



 

Maak jouw eigen website met JouwWeb