Pranzini  voor ons: een onbekende moordenaar kwam in haar èn... ons leven ? 

De krantenpagina’s
 
Wie op zoek gaat naar het verhaal over de misdadiger die Pranzini heette, kan via internet terecht komen bij teksten uit  onder anderen de Parijse krant La Croix. Je kunt er de achtergronden lezen over wat Pranzini gedaan heeft. Je kunt er in lezen waar hij vandaan kwam en wie zijn belangrijkste slachtoffer, madame Monteigne, was. Hieronder wil ik een stuk uit deze krant overnemen. Het stuk gaat specifiek over hetgeen zich afspeelde op de dag dat men de ter dood veroordeelde Pranzini naar de guillotine bracht.
 
We gaan in eerste instantie mee met het gebeuren van toen. Net zoals we zulke verslagen in onze dagen onder ogen krijgen. We lezen eerst gewoon in de krant. Wat zich tegelijkertijd afspeelt in het meisje van 14 jaar, Thérèse, kan men nu nog niet indenken.
 
We slaan dus de krant, La Croix, open:
 
“De macabere schoft, die de drie slachtoffers uit de Rue Montagne vermoord heeft, is vanmorgen ter dood gebracht en daarmee is een einde gekomen aan de vreselijke gebeurtenissen van de laatste dagen. Al heel vroeg in de morgen had een grote menigte zich verzameld op het ‘plein de la Roquette’ evenals in de aangrenzende straten. Om half twaalf kwamen diverse leden van de Republikeinse garde: mannen te paard, voetvolk en mannen van de gendarmerie uit het Seine-gebied.
 
Om klokslag drie uur komt de eerwaarde Aalmoezenier Faure daar aan, per rijtuig no.3751, getrokken door een wit paard. Hij wordt op de voet gevolgd door de heren Athalin, rechter van instructie; Taylor, hoofd van de veiligheidsdienst, en zijn onder-chef Garon, en Martigny, diens secretaris.
 
Om precies half drie gaan de heren M.Bauquesnes, de directeur van de Roquettegevangenis, M.Baron, commissaris van Politie, zijn secretaris en de genoemde aalmoezenier Faure, voor de eerste keer naar cel no.2 waarin de veroordeelde is ondergebracht. M.Caubet vergezelt verder deze heren.”
 
Pranzini slaapt diep. Tot twee keer toe moet mijnheer Bauquesne hem flink door elkaar schudden om hem wakker te krijgen. De moordenaar van Marie kruipt op zijn bed overeind, kijkt met een verwilderde blik rondom en slaakt een rauwe kreet. De werkelijkheid schudt hem ineens wakker, want tot voor kort rekende hij met al zijn ellende toch nog steeds op gratie van het doodvonnis!
Hij doet krampachtige pogingen om wat te zeggen: “Ze gaan een misdaad begaan, want ik ben onschuldig!” En hij voegt er aan toe, om een sterke indruk te maken: “Het enige waar ik spijt van heb is dat ik mijn moeder niet heb kunnen omhelzen...”
 
Binnen enkele seconden is hij helemaal bleek weggetrokken. ”Houd nu alle moed toch bij elkaar”, zegt mijnheer Bauquesne. “Uw misdaad was voor de Voorzitter van de Republiek te groot om gratie te kunnen geven. Weet nu uw dood te aanvaarden en maak van uw slechte daad nog wat goed.”   “Ik ben onschuldig”, weet hij tot twee keer toe nog uit te brullen.
 
De twee veiligheidsagenten reiken hem zijn schoenen aan. Hij trekt ze langzaam aan terwijl de griffier het vonnis voorleest. Ondertussen trekt Pranzini ook  zijn kleren aan en mompelt nog wat onsamenhangende woorden. Dan vraagt hij koud water om zijn gezicht en zijn handen te wassen.
De aalmoezenier, M.Faure, blijf nog enkele momenten bij hem. Pranzini zegt tegen hem: “Ik zal proberen even als u kalm te blijven, want ik sterf onschuldig!"
 
Dan brengt men hem naar de griffie, waar Deibler en zijn assistenten al enige tijd staan te wachten. Pranzini wordt aan hen overgedragen. Daar knipt men zijn haren kort en snijdt een diepe V-vorm uit zijn hemdkraag. Hij wordt vastgebonden en dan terwijl de vogels in de bomen van het plein hun lied uitzingen, en er vanuit de menigte een onduidelijk geroezemoes uitbreekt, klinkt het commando; ‘het getrokken sabel’. Even is er het gekletter van wapens en op de drempel van de gevangenis, is het de moordenaar die naar buiten komt.
 
De aalmoezenier gaat voor hem staan, zodat Pranzini niet kan kijken naar dat naargeestige werktuig. De helpers ondersteunen hem. Pranzini duwt de aalmoezenier en de beulen weg en staat vervolgens voor de grote ‘opstap’ naar het schavot. Deibler duwt hem omhoog en zet hem erop. Aan de andere kant staat een helper die zijn hoofd grijpt. Die pakt hem bij de haren vast en brengt hem zo naar het openingsgat van de guillotine.
 
Maar voordat het allemaal gebeuren gaat, lijkt er een flits door Pranzini heen te gaan. Een gevoel van berouw. Hij vraagt de aalmoezenier naar een kruisbeeld en tot drie keer toe kust hij het.
En als dan het grote mes valt, en een van de helpers het afgeslagen hoofd bij een oor vastheeft, dan zeggen we tegen elkaar dat het menselijk gerecht is voltrokken, maar  tegelijk,  door zijn laatste kus, gebed van berouw,  was er de voldoening van Gods gerechtigheid….
uit de krant La Croix van 31 augustus 1887)