Veertiende zondag C 07-07-2013

“ Gij zult gezoogd worden, gedragen op de arm,
vertroeteld op de schoot!
Zoals een moeder haar kind troost, 
zo zal Ik u troosten .....”
( Jes. 66:12 )
 
Ik moet ervoor zorgen, dat bij het begin van onze viering, dat WELKOM  echt levend is, dat ik het echt bedoel: je moest dan ook eigenlijk ieder bij de naam noemen, zodat iedereen het voelt dat ook ik hier welkom, hier nodig is.
Dus toch nog maar eens : fijn dat we bij elkaar zijn, dat ieder op zijn of haar kamer en wij in de zaal kunnen gaan beleven dat God de Vader, de Heilige Geest en Jezus de Zoon hier tastbaar onder ons is.
 
Het evangelie van deze zondag geeft ons de uitzending aan van 72 leerlingen om naar de mensen te gaan van hun dagen,  van hun tijd.  Je kunt  gauw uitgepraat zijn over dit evangelie, als je alleen maar luistert naar het verhaal .... de verleiding is  groot te zeggen: dat verhaal ken ik wel, en we moeten in onze dagen gaan bidden om roepingen om werkers in de wijngaard, missionarissen.
Dit evangelie wordt ons gegeven omdat Jezus tegen ons mensen van NU weer wil spreken.
“De oogst is groot , maar arbeiders zijn er weinig”.....
God ZEGT DAT DUS NU TEGEN ONS, EN OOK ZENDT GOD ONS NU UIT ZOALS DIE 72!!!
Maar meteen beginnen we, met de schouders op te halen, natuurlijk goed bedoeld: maar hoe kom je aan roepingen? Hoe weinig jongeren zijn bij ons betrokken?
Hoe kom je in contact met ze?
Ik als priester hoor bij verkondigers??
En dan komt de bekoring ook nog.....Zijn wij dan, met al die lege plaatsen..... de laatsten?
En we worden gevraagd om te steunen, om mee te werken, aan een nieuwe grotere parochie,en er wordt vergaderd, (en dat moet natuurlijk), en we komen bij elkaar......om er nog eens over te praten.
Je gaat ervan zuchten..... maar Jezus wijst ons aan, om dat geloof
En ik vond in een boekje een verhaal uit eeuwen geleden:
De H. Dominicus trok rond zo 1200 door Frankrijk om de mensen die Jezus kwijt waren, NET ALS IN ONZE DAGEN, om de mensen,Zijn Persoon opnieuw te laten kennen.
Op een dag kwam Dominicus in een klein plaatsje Prouille aan, en hij knielde huilend voor de dorpskerk neer, en hij bad hardop tot Maria, zo zegt het verhaal, dat ZIJ zou helpen, want hij had geen succes met zijn prediking, de mensen luisterden niet, werden niet geraakt en bewogen, of enthousiast. De mensen bleven weg.
Toen verscheen hem daar de Maagd Maria, die hem op verwijtende toon zei: “Je volgt niet de goede weg om de mensen tot bekering te brengen. Je discussieert veel te veel net alsof je hen zou kunnen overtuigen met je eigen krachten!
Wil je zielen voor de Heer winnen dan moet je gewoon bescheiden vertellen wat je gelooft, wat er in jou leeft, God is er, God is in Jezus gekomen onder ons en Hij is met ons!”
En je moet niet alleen ,PRATEN OVER, maar ook hardop met je eigen woorden bidden,  dat de mensen het kunnen horen, dat ze kunnen voelen dat God ook in hun hart zo spreekt en zelfs bidt,  en dan zul je de harten mogen winnen voor dat geloof.”
En nu nog eens: die woorden voor vandaag, juist nu voel ik het zo, geeft Jezus die woorden over die uitgezonden 72 leerlingen, die ook nog enthousiast terug komen,
'dus aan ons' om over God te vertellen, HEM BELEVEN !!!!
Dan kun je zeggen: wij hebben al genoeg met al wat er gebeurt.
En het is daarom, denk ik dat we die woorden van Jezus niet ZO MAAR KRIJGEN als een MOETEN, als een GEBOD, zoals de kerk voor veel mensen toch allereerst gevoeld wordt, dat je veel moet en weinig mag, om zo te zeggen.
Daarom spreekt God ons mensen van deze tijd niet zo maar aan, wat we allemaal moeten.
Laat ik eerst zeggen, dat we dankbaar mogen zeggen, dat we hier al mooie dingen beleven, en dat we die aan velen ook proberen aan te bieden.
Maar dan dringt God nog eens aan bij ons: ga nou maar voor Mij!
En daarom staan die woorden erbij in de eerste lezing......
Misschien lezen we er overheen, maar als er staat JERUZALEM, mogen en moeten wij lezen: Neem deel aan de vreugde van HET VOLK VAN GOD, dat WIJ nu de kerk zijn.
En misschien wordt het een beetje gevoelig, want dat zijn we niet zo gewend, en misschien klinkt het voor mannen nog wat gevoeliger.
God spreekt ons aan in een taal die ons mensengevoel raakt, dat we weten dat we veilig zijn, bij Hem.
Theresia van de Lisieux  heeft deze tekst ook in haar tijd ontdekt.
Ze zegt ons: 'Ja, God spreekt tegen ons. IK zal u troosten zoals een moeder haar kind troost. Ik zal u op mijn schoot nemen en je wiegen op mijn knieën.
Er is ruimte, voor iedereen, bemoediging.... en niet eerst alles opleggen, maar als moderne mens gaan ontdekken, OM OP EEN ANDERE MANIER MET GOD om te gaan.
Weg even met discussie en tijd om te durven beleven , misschien eerst in jezelf, dat Gods liefde in Jezus tot je komt, tot ons komt.
Nogmaals we zijn teveel gewezen op moeten en verplichting allereerst.
Deze tijd, is hoopvol en nieuw, daar moeten we elkaar in helpen, en de lieve God om hulp vragen dat we Hem zo dicht bij mogen ervaren. En dat zo maar in de vakantie periode, en als we weggaan en de buurvrouw of buurman vraagt: 'kijk je naar de brievenbus dat ie niet te vol komt, en geef je mijn planten water.'
Een ding niet vergeten te vragen: wil je namens ons ook eens zondags naar de kerk gaan? Geen burenplicht, maar zorg voor het binnenste ook van de buren !