Dertigste zondag C 27-10-2013

“Maar de tollenaar bleef op een afstand
staan en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen
naar de hemel;
maar hij klopte zich op de borst en zei:
‘God wees mij zondaar genadig...’”
( Lc. 18:13 )
 
Gelukkig, dat we elkaar weer ontmoeten, en zien, en...even stil worden
op dit uur van de week, ... wat anders dan door de week.
En we gaan bidden, en als je dat samen doet, doen we dat met dezelfde woorden, en toch komen ze van onze lippen, zoals ieder van ons praat, wat harder, of zacht, of met de mond dicht.
Welkom dus ieder, op dit moment en natuurlijk hoort u die op uw kamer mee kijkt en bidt er ook bij!
 
Preek
 
Vorige week, als u zich dat herinnert, hoorden we Jezus praten over ” bidden” En vandaag spreek Hij ons, mensen van nu aan, ook weer over bidden, en ik denk dat Jezus het nog dichterbij ons wil brengen, en Hij komt ons zeggen, ja het is óók voor jou, en er moet niks, Je hoeft niks te veranderen, maar wil even naar Me luisteren!
Ik ga eerst naar het verhaal van Jezus via de paus Franciscus, die nu tegen de mensen van deze tijd steeds zegt:
 
Man, vrouw, jongen, meisje, als je soms tegen mij en mensen van de kerk opkijkt, en als je denkt: ik hoor er niet bij. ik kan veel dingen niet volbrengen. Ja, dan heb ik een boodschap voor je:  God heeft je  lief, dat altijd eerst,
en je bent zoals je bent, en Hij ziet je graag en houdt van je. En wat wil je graag?
Ik hoop dat we die taal horen, die ik hier al die jaren dat ik hier mag zijn  uit mag strooien.
Ik pak dan uit het verhaal van Jezus alleen die tollenaar eruit: 
De tollenaar bleef achter in de tempel staan, ( bij de uitgang ) Tollenaar, is iemand die mensen geld afperst, en er goed van leeft.
Deze, komt tot nadenken. Hij is ver van God. Gelooft hij nog, denk hij zelf. Hij durft zelfs niet naar boven te kijken, en wat hij nog ergens geleerd heeft: hij klopt op zijn borst. 
 
Er zijn ook mensen, die over God niet willen horen, die alles maar weg vagen, het bestaat niet, kan niet, het is van een oude tijd.
En toch wil ik kijken naar ook die mensen, en God is voor hen ook gekomen in Jezus...o
 
Het is gemakkelijk om dit verhaal van Jezus even naar voren te schuiven. Farizeeër, was wel een gelovig iemand in Jezus tijd, maar hij kijkt neer op wie niet geloven, of die kwade dingen doen, en hij vindt zich eigenlijk wel goed...
Nou, wij zijn allemaal gelovige mensen, we hebben allemaal een hart van God en voor God, en daarom ben je hier. En God vraagt niet veel: of je veel ven Hem weet, of je veel van de Bijbel weet? Dat is niet het eerste!  Maar Hij vindt het belangrijkste, dat je hier bent en mee doet, mee bidt, misschien zacht en als je niet goed kunt zingen, dan maar brommen of luisteren naar de anderen.
 
Ja, de tollenaar, die achteraan blijft, en die zegt: God ik heb veel niet goed gedaan met mensen.
Ik heb niks, ik kan niks , ik ben toch maar gekomen, Ik blijf ver, ik durf niet U aan te kijken, en ik kijk maar naar de grond. En ik hoor nu uit het verhaal van Jezus, dat ik mag blijven waar ik ben, dat U naar mij al toe komt, , bij het kleinste teken, of dat ik even aan U denk of ,dat ik het niet meer weet om wat er allemaal gebeurt.
U bent er!
 
En U zegt: 'ga maar verder, Ik ga met je mee, en ga maar proberen om goed te doen.
 
Jezus zegt:
Ieder hoort erbij ... en..... kunnen we dat nou niet aan iemand door vertellen? denk er aan bijvoorbeeld: een verhaal van oma of opa daar luisteren ze wel naar, vertel weer  van die man achterin, en als ze zich daar achterin voelen, zeg maar: je bent vast binnen, en God wil je, houdt van je, en Hij gaat met je mee bij alles wat je mee maakt.