C-03/11/2019 - 31e zondag door het jaar 

“ U, God, ontfermt U over iedereen,

omdat U alles kunt en U telt de zonden van de mensen niet,

om hen tot inkeer te laten komen.”

( Wijsheid 11; 23 )

“ Toen Jezus bij die plaats kwam

keek Hij omhoog en zei tot hem: Zacheüs kom vlug naar                beneden,  want  vandaag moet Ik          in uw huis te gast zijn.”

( Lc.19:5 )

 

HOMILIE

 

Och beste mensen, ik herhaal het nog maar weer eens, en eerlijk: ik moet het  vooral tegen mijzelf zeggen: wat je hier leest, dat stop de Geest van God jou in je handen…..En wat wil Hij tegen mij en tegen ieder van ons en ons samen wil zeggen?

Een verhaal over een mens, zoals we zelf zijn, dat houd je gemakkelijk vast, en toch kunnen we het WOORD dat God tegen ieder van ons wil zeggen: als we in het verhaal duiken ,over een man, die in de tijd van Jezus met de bezetter, de Romeinen samen spant…hij haalt de belastingen op en Zacheüs is zo’n man een kleintje, staat er……geld maakt hem rijk !

En nu hebben we de neiging om dat onsympathieke mannetje, dat zo maar eens alles kwam bekijken…..het harde lopen, het in een boom klimmen, en zich voor Jezus en de mensen onzichtbaar te blijven……en misschien mopperen we ook in onszelf  dat Jezus dat mannetje ziet zitten, en er naar toe gaat, en roept, dat Hij bij hem te gast wil zijn.

 

Maar een Bijbelverhaal als dit, wordt ONS NU verteld, niet om wat ik net zo wat samen vatte….Straks zouden we dan naar huis gaan en vanavond misschien al helemaal niet meer, met welk Woord ONS VANDAAG zou AANRAKEN, hier SAMEN maar ook ieder van ons….

Ik denk als we even  eerst naar de lezing uit het Boek der Wijsheid kijken, en een ZIN ERVAN: U, God ontfermt U over ieder van ons, en U telt onze zonden niet om ons tot inkeer te doen komen!

Ja, en zo schuiven we aan bij de toeschouwers, die daar in Jericho te hoop lopen, en alsmaar blijven kijken naar Jezus, die de massa lijkt te negeren , en die naar die kleine man gaat die zich verschuild tussen de takken van de vijgenboom…..

Ik denk, nu we hier in het verhaal zijn, dat WIJ SAMEN, maar ook IEDER, ineens tot bidden komen:o Jezus, ja, denken wij er wel eens aan, dat U ieder van ons lief hebt, dat U ook bij ons wilt binnen  komen, privé om het zo maar te zeggen?

Dat we U durven ervaren, en bidden, dat we U zoo duidelijk mogen zien bij alles wat er in ons speelt, goed en kwaad, pijn,leed of vreugde.

Ja, misschien zeggen we wat tegen Hem, een gebed, dat we lezen , of zomaar in ons op voelen komen….dat we ontdekken, dat, hoewel wij Jezus niet met deze ogen zien en zijn stem niet horen, zoals wij met elkaar praten, zoals mensen die verliefd zijn het doen.

Maar God, lees nog eens de eerste lezing ook, is de LIEFDE, die je zoekt, en die ons dingen ingeeft om goed te doen.

Ja, we zijn qua lichaam groter, dan Zacheüs, we durven Jezus, God niet aankijken , of denken dat Hij zo maar uitziet naar ieder van ons……en, Zacheüs gaat anders leven, dat geld van hem, en de armen zien, en diegene die hij niet goed behandelde.

Dank u wel…..

Vandaag de derde in een reeks. We hadden de afgelopen weken eerst de barmhartige Samaritaan tegenover de gerespecteerde priester en leviet die om het slachtoffer heenliepen. We hadden de boetvaardige Tollenaar die achterin bleef tegenover de gerespecteerde Farizeeër die dankbaar was dat hij geen tollenaar was. Vandaag de tollenaar Zacheüs, tegenover al die gerespecteerde omstanders die daar op Jezus mopperen.

Het Evangelie eindigt vandaag met de zin: “De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken, en om te redden wat verloren was”. Waar doet die zin u aan denken? Wanneer Jezus in de eerste hoofdstukken van het Evangelie de tollenaar Levi roept, dan zegt Jezus: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen maar om zondaars te roepen, opdat ze zich bekeren” (Lukas 5,32). En wanneer Jezus vertelt over het verloren schaap tegenover de negenennegentig andere in de kudde, eindigt Hij met de zin: “Zo, zeg ik u, is er vreugde bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert” (Lukas 15,10).

 

Wat gebeurt er nu met Zacheüs, Wat overkomt hem? Het lijkt erop dat hij onopgemerkt Jezus wil zien, hij klimt in een boom langs de weg. Zacheüs heeft blijkbaar lak aan de opmerkingen van de omstanders en mogelijk is hij niet de enige die dat doet. Er is bij Zacheüs dus een verlangen om Jezus te zien, hij doet er moeite voor. Daarin is hij niet anders dan de omstanders. Die willen ook Jezus zien en doen daar ook moeite voor.

 

Omdat het Evangelie voor ons geschreven is, mogen we de vraag stellen wie wij zijn in dit evangelie? Zijn wij toeschouwers? Zijn wij Zacheüs? Zijn wij mopperende omstanders? Wie zijn wij?

 

Ook wij doen moeite om naar de kerk te gaan, ook wij willen Jezus ontmoeten, hier in dit Godshuis. Net als Zacheüs geven we geld, straks in de collecte als een gave aan God. Misschien niet de helft van ons bezit, maar toch geven wij ook naar vermogen. We vieren het Sacrament van de Eucharistie dat een Sacrament is van ontmoeting en verbondenheid met God in Christus Jezus. Alle rollen in het Evangelie kunnen onze rollen zijn. We horen weinig over de leerlingen, die zijn er ook bij. Wat zouden zij denken? Opnieuw verbaasd over dit gebaar van Jezus? Net als zoveel mensen verbaasd staan bij weer een nieuw gebaar van paus Franciscus. Hij weet mensen te verrassen en daarmee aan het denken te zetten.

 

Het is goed om je eigen plek in dit Evangelie op te zoeken en het zo mee te maken. Met wat voor gevoel gaan we naar de kerk? Voelen we ons een uitzondering, dat we anders dan anderen mensen zijn, al diegenen die niet meer naar de kerk gaan? Zacheüs was ook een uitzondering en Jezus had oog voor hem. Voelen we ons rechtvaardig, juist omdat we naar de kerk gaan, tegenover al diegenen die niet meer gaan? Dan lijken we op die mopperende omstanders.

 

De bedoeling is natuurlijk dat we in praktijk brengen wat Jezus bij de voetwassing aan zijn leerlingen zei: “Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb” (Johannes 13,15). Dat betekent dat we gaandeweg van positie moeten veranderen en ons bewegen in de richting van Jezus. We mogen geen omstanders blijven, we mogen geen tollenaar blijven, we moeten net als de leerlingen met Jezus meetrekken en gaandeweg worden zoals Hij. Zijn woorden, zijn voorbeeld, zijn denken en doen, zijn verrassende optreden, maar bovenal zijn bewogenheid met de mensen.

 

Van Jezus kunnen wij leren niemand af te schrijven, ook niet een tollenaar die jarenlang zichzelf heeft verrijkt en weinig of niets aan zijn geloof heeft gedaan. We kunnen van Jezus leren om dieper te kijken, welk verlangen leeft in het hart van de ander? Jezus had oog voor een dubbele eenzaamheid in het hart van Zacheüs. Eerst de eenzaamheid binnen de bevolking. Een rijke tollenaar heeft alleen stroopsmeerders, mensen die steekpenningen betalen, of juist alleen hatelijke blikken. Zacheüs wordt door de farizeeën met de nek aangekeken, hij bevuilt zich met het geld van de Romeinen. Dat is de menselijke eenzaamheid, die nooit door geld kan worden gecompenseerd.

 

Daarnaast is er de eenzaamheid in zijn relatie met God. Zondaar zijn bewerkt eenzaamheid. Je kunt moeilijk naderen tot God, want je bent je bewust van de situatie waarin je leeft. Natuurlijk kan je een moment van genade meemaken, maar je situatie blijft dezelfde, tenzij je daar werkelijk iets aan kunt doen. Meestal lukt dat alleen als God je te hulp komt.

 

Dat is een van de redenen waarom paus Franciscus het jaar van barmhartigheid heeft uitgeroepen, dat over drie weken eindigt. Op het hoogfeest van Christus Koning, worden de heilige deuren gesloten die dit jaar uitdrukking waren over die weg van barmhartigheid waarin Jezus de Weg is en de deur van de schaapskooi van barmhartigheid.

 

Zacheüs heeft de barmhartigheid gezien in de blik waarmee Jezus hem aankeek. God maakte een gebaar naar hem en in zijn hart werd het antwoord geboren dat zijn leven veranderde. Zo kon hij antwoorden met barmhartigheid. Zo kijkt Jezus ieder van ons aan, Hij wil door de Communie, hier vandaag bij ons te gast zijn, in ons huis, in ons hart, in ons leven. Amen.