Getuigenis van een genezing van depressie

Alvorens een getuigenis te geven van de wijze waarop ik uit een depressie ben gekomen, is het misschien goed te vertellen hoe het begonnen is. 
Dat begin was sluipend en langzaam. Het duurde dan ook een hele tijd voor ik tot de overtuiging kwam dat er echt iets helemaal mis was met mij. Ik had helemaal geen erg in de ernst van de situatie.
De beslissing om op een bepaald moment toch professionele hulp te zoeken werd eigenlijk veroorzaakt door opmerkingen van collega’s op het werk, die vonden, dat ik”anders was geworden.
Via de huisarts kwam ik terecht bij een psycholoogpsychotherapeut. Langzaam werd beetje bij beetje duidelijk wat de oorzaak was.
Een combinatie van factoren, zoals een van nature wat melancholische getinte aard, problemen met het verleden, en de duidelijk niet-ideale omstandigheden op het werk vormden samen de voedingsbodem voor de depressie. Ik begreep niet waarom het op mijn werk niet wilde lukken. Als ieder willekeurig persoon met mijn opleiding dit werk kon doen, dan zou ik het ook moeten kunnen. Dat bleek echter niet zo te zijn, waarom weet ik niet, maar ik kan er nu vrede mee hebben, dat de Heer dat niet  de juiste weg vond voor mij, dat is genoeg.
Na verloop van een aantal maanden werd zo wel een hoop duidelijk, maar ik voelde me er bepaald niet beter op. Ik liep zelfs met idee rond, dat alles hier op aarde toch geen zin meer had, en dat mijn aanwezigheid hier, er niets toe deed. Ik had ook een grote pot pillen verzameld waarmee ik er “desnoods’ een eind aan kon maken. Toen de psycholoog mijn snode plannen ontdekte, adviseerde hij mij opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Daar ik in zo’n huis wel eens bezocht had leek me dit pas echt een hel, en dus weigerde ik.
In die tijd ging ik helemaal niet meer naar de kerk, hoewel ik een aantal jaren daarvoor bewust belijdenis had gedaan en gedoopt was.
Maar het leek of God niet meer bestond, een God, die zo ver weg was en mensen zo aan hun lot  overliet, kon geen goede God zijn, dacht ik. Ook met mijn man sprak ik niet over het geloof. Ik zag hem wel bidden, maar God luisterde toch niet naar mij, alleen naar andere mensen.
Soms was ik echt jaloers op hem, dat hij wel kon bidden, maar ik niet.
Zo zakte ik steeds dieper weg in een bodemloze put, tot ik zelfs op een kwade dag een poging heb gedaan met de pillen, een poging die gelukkig mislukt is.
Heel kort daarna kwam er onverwacht een goede vriend ‘zomaar’ even langs. Na een poosje gepraat te hebben, zei hij plotseling, dat hij vond, dat het niet goed ging met mij. Ik schrok, dat het kennelijk zo zichtbaar was en ik wilde er eigenlijk niet over praten. Hij was echter zeer doortastend en zei, dat hij wel iemand wist met wie ik eens moest praten.
Zo gebeurde het enkele weken later, dat ik, totaal onverwacht, werd opgebeld door een priester die aanbood mij te helpen.  Ik was totaal overrompeld, en hoewel ik helemaal niet Rooms_Katholiek was, begreep ik plotseling, dat ik deze kans moest grijpen. Ik kon er niet over nadenken, en dat was misschien maar goed ook.
Voor ik het wist stond er een afspraak in mijn agenda.
Ik vertelde die priester zo goed en kwaad als dat ging, wat er allemaal aan de hand was. Hij luisterde veel en begreep het  kennelijk. (beter dan ikzelf, denk ik) Hij stelde mij plotseling voor om samen te bidden.  Ik vond dat een “eng” idee, ik had het al jaren niet meer gedaan. Ik was er zeker van dat het toch geen zin had, en ik kon het ook niet meer.
Ik weet nu niet meer wat hij gebeden heeft, alleen dat ik er vreselijk van onder de indruk was; er leek geen einde te komen aan de tranen, die er ineens waren.
Hij ried me aan, als het bidden thuis niet zo wilde lukken, om allen de Naam Jezus te noemen. Dat heb ik geprobeerd thuis, eerst heel voorzichtig, en toen steeds verder; ik merkte dat ik er rustig van werd. Ik begon zelfs het gevoel te krijgen, dat ik er uiteindelijk niet alleen voor stond, dat Hij toch bij je is.
In een tweede gesprek vertelde de priester me iets over het sacrament van de ziekenzalving. Ik wist niet precies wat dat was, dacht dat het iets voor stervenden was, maar hij legde me uit, dat het meer bedoeld was voor ernstig zieken, en niet alleen voor lichamelijke maar ook voor psychische aandoeningen.
Dan was er nog de barrière, dat ik niet katholiek was. Maar hij vroeg me of ik als gedoopte me er gelovend voor open kon stellen. Ik kon er onbevangen tegenover staan: als de Heer zo lang geleden mensen kon genezen, waarom dan niet nu? Ik had niets te vrezen, zo vond ik.
Wel was ik bang, dat God vertoornd zou kunnen zijn om het feit dat ik geprobeerd had een eind aan mijn leven te maken. Ik voelde wel dat het niet in overeenstemming kon zijn met wat God van ons wil, maar ik durfde er eigenlijk nauwelijks mee voor de dag te komen; ik schaamde me ervoor.
Eens  misdaan, altijd een zondaar, dacht ik.. De priester vertelde me echter dat het mogelijk was dat God zoiets kon vergeven. Met stomheid geslagen, zo voelde ik me. God was niet Iemand op verre afstand, die allen zag wat er allemaal  mis ging, en niet meer met je wilde spreken, als je zover heen was als ik toen, neen het bleek een levende God te zijn, vol liefde, die kon vergeven, die zijn eigen Zoon gezonden had om onze zonden te dragen. Ik ben er nog altijd verbaasd over.
Enigszins afgedwaald van het sacrament van de zieken, kom ik nu weer terug op die avond:
De priester verrichtte een aantal handelingen. Ik kan het me achteraf allemaal niet meer herinneren. Hij zalfde mijn hoofd , en ook mijn handen (ik vond dat heel treffend) met een soort olie. En, hoewel ik niet begreep hoe, voelde ik dat het Jezus was die mij aanraakte, die zei dat ik er weer bij mocht horen, net als alle andere mensen, dat Hij niet ver weg was, zoals ik dacht, maar juist heel dichtbij. Ik begreep nu ook, dat niet Hij het was, die Hem al die tijd niet had willen zien, niet had willen horen, maar omgekeerd: Hij houdt van alle mensen. Zijn Liefde is van een niet te peilen diepte, een oneindig vuur, dat alle mensen in vuur en vlam wil zetten, als je er maar naar toe wilt gaan.
Nu was het niet zo, dat vanaf dat moment alle problemen opgelost waren, maar ik wist nu, dat ik er niet alleen voor stond, en dat ze oplosbaar waren, hoewel je er natuurlijk wel aan moet werken.
Maar vanaf dat moment was het alsof God me  bij de hand genomen had en gezegd had: dat lossen we samen wel op’.
En hoewel ,niet zo snel als ik gewild had, ging het vanaf die dag steeds beter; ongeveer een jaar later heb ik de gesprekken  met de psycholoog beëindigd. Nog steeds gebeurt het wel eens, dat dingen in het leven niet zo goed gaan, soms door eigen schuld, soms door tussenkomst van anderen, maar steeds mag ik ervaren: God is er voor iedereen, Hij zal mij dus ook niet vergeten. Hoe vaak wij ook uitglijden, dat is het wonder van het sacrament van de verzoening, Hij help ons steeds weer overeind, en probeert ons verder te laten komen. Hij heeft ons lief, en ik kon Hem weer liefhebben.
Later heb ik een aantal boeken van en over de heilige Theresia van Lisieux gelezen. Zij is zelf een groot getuigenis van Gods Liefde. Ik hoop zelf ook eens dat vertrouwen in de Liefde van God te hebben en het te kunnen uitdragen.
Zoals gezegd, inmiddels gaat het heel goed, de depressie is echt weg. Soms denk ik wel eens dat het terug kan komen. Maar als de Heer iets nieuws begint dan pakt Hij dat kennelijk rigoureus aan, dan komt het echt niet meer terug. Een jaar nadat dit gebeurde ben ik tot mijn grote vreugde opgenomen in de katholieke kerk. Bij deze gelegenheid kreeg ik van twee mensen, onafhankelijk van elkaar, de tekst uit Jesaja 43:” Denk niet aan hetgeen vroeger gebeurde en let niet op wat oudtijds is geschied. Zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten, zult gij er geen acht op slaan?  Ik zal een weg maken in de woestijn, in de wildernis rivieren, want Ik geef water in de woestijn en rivieren in de wildernis.” (vers 18 en 19).
Nog altijd ben ik onder de indruk van deze tekst, door twee mensen aan mij gegeven; duidelijker kon het niet. Ik heb de grote vreugde mogen leren kennen, om, als het even kan, de Heer  iedere dag te ontmoeten in het sacrament van de Eucharistie. Wat is er mooier dan dit verhaal zo te mogen besluiten. 
 
Ja, een lang verhaal. Maar weer hoop ik dat het anderen er ook wat licht voor zichzelf ontdekken, en dankbaar zijn met weer een teken, dat Jezus leeft voor ieder!!!